Het was tijdens het duel tussen New Heroes en Donar dat mijn gedachten afdwaalden (er was op een gegeven moment ook tijd voor). Ik dacht: waar zijn de leiders hier?
Donar is zonder twijfel de sterkste ploeg van de competitie, maar liet zich de kaas van het brood eten door Den Bosch. Er leek, zoals in zoveel voorgaande duels, niets aan de hand voor Donar, ik bedoel 7-17 en het was niet best wat New Heroes liet zien.
Op de bodem van de put vond New Heroes ergens energie en voor mij was het vreemd dat Donar zich dat liet overkomen. Een 29-9 run en alles werd anders. Kan gebeuren, maar in het vierde kwart toen de thuisploeg uitliep naar een marge van 20 punten kwam die gedachte weer bij mij op.
WAAR ZIJN DE LEIDERS?
De mannen die opstaan als het niet goed loopt.
Jeter is een baas. Hij probeerde het ook wel, maar vreemd genoeg kreeg hij amper steun en kon hij zijn stempel niet drukken. Zijn gezichtsuitdrukking tijdens de wedstrijd donderdag kon ik goed zien. Hij ergerde zich. Na afloop was hij -met ruime voorsprong- ook als eerste Donarspeler aan de kant voor de cooling down, met een gezicht als een gepijnigd iemand.
Een nederlaag doet natuurlijk pijn, ook als de vorige vier maanden geleden is. Al maakt het geen snars uit voor Donar. Of zou Jeter geweten hebben dat je tegenstanders (potentieel in de halve finale van de play-offs) geen enkele hoop moet geven (op betere tijden).
New Heroes won dik verdiend, maar gezien hun situatie zegt het helemaal niets over het volgende duel (toevallig Landstede en daarna Leiden), al vind ik ook dat Donar de wedstrijd te gemakkelijk weggaf.
Overigens is dat probleem van wie is de leider op het veld nog veel groter probleem in Den Bosch (Bouwknecht heeft potentie, dat wel) en daar niet alleen, in de hele Eredivisie zie ik amper spelers die met de vuist op tafel slaan als het niet goed gaat.
Rogier Jansen is er een die dat nog wel doet (denk ik), maar verder en vooral bij de ‘jonge’ garde zie ik het amper. Dat is ook een groot probleem bij Oranje (bijvoorbeeld in die verschrikkelijke wedstrijd tegen de Duitsers). Alle spelers die ik ken zijn goede spelers, keurige mannen, goede vertegenwoordigers van hun club. Ideale schoonzonen welhaast.
Ik was dit weekend bij een wedstrijd in de veteranencompetitie. Daar liepen wat mannen rond die bekend stonden om hun mentale hardheid, mannen die hun mening wel gaven. Overigens bleek eens te meer dat ‘old soldiers never die’, maar dat terzijde.
Nu pleit ik er niet voor dat iedere Nederlander met zijn ellebogen moet gaat zwaaien a la Jos Kuipers of Henk Pieterse, maar wat ik wil zeggen is dat het niet altijd mooi en in perfecte harmonie hoeft te zijn. Het kan heel goed werken om het voorbeeld te geven of, beter, te zijn en duidelijke taal te spreken richting collega’s.