De nederlaag van Oranje thuis tegen IJsland was onnodig en vooral aan zichzelf te wijten.
Simpelweg omdat Oranje zich vanaf de start liet meeslepen in het spel van de IJslanders. Zij begonnen de wedstrijd, zoals verwacht, met vier guards en een center. Verwacht omdat het hun beste spelers zijn.
Het spel van de IJslanders was ook voorspelbaar want met vier guards wordt het bijna automatisch run and gun.
Helaas ging Nederland daar gelijk in mee. Helaas omdat Nederland de spelers niet heeft om dat spel te spelen (vooral gebrek aan driepuntsvuurkracht) en ook helaas omdat de kracht ligt in spelen met het verstand en een gecontroleerd tempo.
De kans dat dit zou gebeuren was aanzienlijk, het is de afgelopen jaren vaker gebeurd dat Oranje, vooral mentaal, niet klaar was om te spelen, zeker niet in de favorietenrol, wat de ploeg in dit geval was.
Als telt niet, maar omdat dit de eerste wedstrijd was sinds februari had een goed zomerprogramma vast en zeker verschil gemaakt. Nu is er alleen getraind en geen wedstrijd gespeeld. De zomerperiode had een goede voorbereiding kunnen zijn, moeten zijn zelfs om aan het aanvallende teamspel te werken.
Nu viel dat tegen en kwam het aanvallende spel veel te veel neer op individuele bevliegingen. Nou was het niet zo dat IJsland een wonderploeg is, er ging daar ook voldoende mis. In totaal 25 keer balverlies bijvoorbeeld.
Het siert Oranje enorm dat de ruime achterstand van 13 punten in het derde kwart nog dat kwart teniet werd gedaan. Dat gebeurde op de typische Oranje-manier. Met daarin opvallende rol voor Hammink die als smeerolie die machine liet draaien.
Uiteindelijk was het smalball vijftal met de redelijke vreemde combinatie Van der Vuurst De Vries, De Jong, Franke, Hammink (+12) en Haarms (+11 in acht minuten), met even later Kloof voor Franke, het beste (verdedigende) antwoord. Toch bleef deze groep niet lang op het veld en wisselde Buscaglia door naar de voor hem vertrouwde namen.
Bij Oranje speelde niemand meer dan 26 minuten. IJsland had vier man met meer dan 31 minuten. De IJslandse bondscoach keek niet zozeer naar speeltijd, maar naar de kracht van zijn spelers die de wedstrijd konden winnen. En zij schoten in de slotminuten de ballen raak die zorgden voor de winst (68-71 werd 68-77).
Andersom pakte dat anders uit.
Het eindresultaat is uiteindelijk niet catastrofaal. Een marge van twee punten kan Oranje in de return volgend jaar best goedmaken. Zeker als de ploeg speelt naar vermogen.
De eerste kans op herstel is maandagavond in en tegen Italië. Die ploeg kreeg na rust (37-37) in Rusland basketballles (92-78) van een heel sterk Rusland. Die lieten de bal heel goed rondgaan en vonden op de juiste momenten de openingen in de Italiaanse verdediging.